Het was op 4 juni 1987, op het terrein van het Autotron in Rosmalen. Daar voelde ik voor de eerste keer de adrenaline en camera-stress als deelnemer bij “Te land ter zee en in de lucht”. Daarvoor zat ik jarenlang zomers, samen met mijn zussen, neefjes en nichtjes netjes naast elkaar, op de bank de doldwaze verrichtingen van al die mafkezen te volgen.
Het was eind 1986 toen er een reorganisatie plaats vond bij de Technische Dienst van het Academisch Ziekenhuis Utrecht. Het gevolg was maandenlange onzekerheid en een zeer negatieve stemming. In het voorjaar van ’87 bedachten wij eindelijk weer iets positiefs met elkaar. “Zullen we meedoen aan Tobbedansen deze zomer” Het bleek precies het juiste moment te zijn waarmee de nare periode kon worden afgesloten. Met een enorme groep "deskundigen", werd een glijdende creatie bedacht met als uitgangspunt de verhuizing van het oude- naar het nieuwe ziekenhuis terrein. Basis ervan werd een gekloonde tobbe die het jaar ervoor de snelste was. Het werd opmeten, uitmeten, zagen, lassen, in elkaar zetten en schilderen. Het eindresultaat mocht er wezen en de negatieve stemming omgebogen tot ultieme saamhorigheid. Met een nog grotere groep werd afgereisd naar Rosmalen. Na een kort interview met presentator Jack van Gelder, werd de afdaling ingezet. Helaas was het resultaat anders dan verwacht. Direct bij het te water raken kapseisde de tobbe met bemanning en al. De teleurstelling was groot. Ondanks de lachwekkende uitkomst werd niet bij de pakken neergezeten. Een jaar later, werd opnieuw ingeschreven en met succes. Sindsdien werd er met één of meerdere malen per jaar deelgenomen aan een onderdeel en gestreden om de hoogst mogelijke eer. Winnen zou fantastisch zijn, maar nooit een doel op zich.
De groep die verantwoordelijk was voor het ontwerp, de constructies en deelname bestond grotendeels uit medewerkers van de Technische Dienst en een aantal van andere afdelingen. Onafscheidelijk waren ze allemaal door hun sterke gevoel van saamhorigheid en deelname aan het programma. Het Academisch Ziekenhuis Utrecht ging in 1998 samen verder met het Wilhelmina KinderZiekenhuis onder de naam Universitair Medisch Centrum Utrecht. Daarmee schoven gelijk nog meer enthousiaste collega’s in die met ons wilden deelnemen. Zo ontstond, naast de vaste kern, een grote wisselende groep “gastdeelnemers”. Dankzij de medewerking van verschillende afdelingshoofden van de afdeling Logistiek-Technische dienst was deelname al die jaren mogelijk. Hierdoor was er altijd een transportmiddel beschikbaar, werden benzinekosten betaald en mochten benodigde materialen en gereedschap worden gebruikt. De UMC deelnemers kwamen daardoor in alle uithoeken van het land maar ook ver daarbuiten. Het winterspektakel “Blij dat ik Glij” bijvoorbeeld, had een enorme aantrekkingskracht op de deelnemers van het UMC. Een enorme karavaan reed daarvoor elk jaar opnieuw met glijvoertuigen maar ook met ski’s, skischoenen en -kleding naar een besneeuwde bestemming. Het maakte gelijker tijd ook een aansluitende skivakantie mogelijk. Zo werd er naar Noorwegen, Frankrijk, Italië, Zwitserland en Oostenrijk gereden.
De knutseldrift leidde door de jaren heen ook tot een aantal absolute (bouw)hoogtepunten om uiteenlopende redenen. In 1990 werd de enige snelheidsprijs gewonnen met Tobbedansen. Een originaliteit nominatie verdient voor de meters lange Goudenkoets (1993). De promotie van Mohammed Slimani tot Hobbydoctor in de senaatzaal van de Universiteit van Utrecht (1994). De enorme crash van de Eiffeltoren in Italië (1995).
In 2001 verliet ik het UMC na 20 jaar trouwe dienst. Ondanks mijn vertrek mocht ik met de groep mee blijven denken, bouwen en deelnemen onder de UMC paraplu.
In 2002 werd een videoband uitgegeven met de beste momenten van “Te land ter zee en in de lucht”. Daarin als laatste de Eiffeltoren crash als meest spectaculaire moment. Met de wederopstanding van de Egyptische farao werd bij Hoog en droog in 2004 de originaliteitsprijs gewonnen. In de zomer van 2004 bestede de AVRO aandacht aan de fanatieke UMC knutselaars in de serie “de beste amusementsprogramma’s". In dat zelfde jaar werd met een aantal deelnemers een interview opgenomen in de studio van Stokvis in Laren, ter gelegenheid van het 40 jarig TROS bestaan. Die opnamen waren te zien in de uitzending van “Tobbedansen”. Begin 2005 stond medialand op z’n kop toen staatssecretaris van der Laan, van mediazaken, vond dat amusement programma’s weg moesten bij de publieke omroep. De volgende dag stond er een cameraploeg voor mijn deur.
Het NCRV tv-programma “Man bij hond" zich af wat oerdeelnemer Evert daar nu van vond. In 2006 werd, twee jaar te vroeg, de 35e verjaardag van het programma gevierd. Gelijker tijd dook de media volop in de historie van de UMC groep. In diverse landelijke kranten, weekbladen en radio en tv gidsen stonden interviews met deelname foto’s van het UMC. De Telegraaf spande de kroon met de grootste artikel omvang; een hele pagina.
In februari 2006 lanceerde mijn vriend Eric Verbeek, van Vipwebdesign in Houten, de fan website www.degraaf.nu. De website had als doel mensen te informeren over het programma en foto’s van het eigen AZU/UMC deelname team. Het werd in no time, naast de TROS website, de plaats waar je (bijna) alles kon lezen en te weten komen over het programma. Vanuit het productiebedrijf van René Stokvis kregen wij van allerlei informatie toegestuurd om potentiele deelnemers over de streep te trekken. Op de TROS website stond de website ook als officiële fan website genoemd met aanklikbare link. Maar het werd ook een plaats om de fans en deelnemers terug te kunnen laten kijken naar de prachtige foto’s.
De meest bekeken pagina’s waren de foto pagina’s van de deelnemers bij een opname dag. Hobby fotograaf Hugo Maaskant bezocht hiervoor jarenlang, zonder enig winstbejag, alle opname locaties. Daar bracht hij de deelnemers vooraf, tijdens hun deelname en achteraf op een unieke manier in beeld . Die foto’s stonden na enkele dagen later online en waren gratis te downloaden. Maaskant was daarmee jarenlang de bekendste TLTZ fotograaf en zeer geliefd bij de deelnemers. Zijn mooiste foto’s heb ik ook mogen opnemen in mijn boek “Te land ter zee en in de Lucht”. Ook Bernard Brosi voorzag de site van unieke foto’s veelal vanuit het gezichtspunt van de redders te water (verschillende Reddingsbrigades). Op 17 juli 2007 bezocht de 100.000ste bezoeker de website. In de periode febr. 2006 tot en met juli 2007 werden de pagina’s ruim 1.2 miljoen keer bekeken.
Na 22 jaar actieve deelname aan het programma, had ik in 2008 naast de website, ook een aardig archief van TLTZ gerelateerde zaken opgebouwd. Ordners vol met inschrijfformulieren, spelreglementen, uitslagenlijsten en foto’s van deelname. Mijn buurman Kees Volkers, zelf schrijver van beroep, vroeg of het geen tijd werd om een boek te schrijven over onze jarenlange UMC deelname. Ik vond het een briljant idee en daarmee gelijk een unieke samenwerking geboren. De Telegraaf besteedde zelfs nog aandacht aan het initiatief. De opzet van het boek werd gaandeweg de jaren “iets” breder getrokken dan alleen UMC deelname. Het begon met het achterhalen van alle uitzenddata in de archieven van Beeld &Geluid in Hilversum. Hulp daarbij kreeg ik van Bernard Brosi. Die was zelf negentien jaar lang aan het programma verbonden als watercoördinator vanuit de Reddingsbrigade Nederland. Naast hulp kreeg ik ook inzage in zijn enorme TLTZ beeld archief. Met de wetenschap dat de 1e eerste uitzending in 1973 had plaatsgevonden begon een zoektocht naar de ontelbare onbekende deelnemers, uitslagenlijsten, programmaboekjes, media artikelen en beeldmateriaal. Tergend langzaam en beetje bij beetje werden in de loop der jaren steeds meer oud deelnemers getraceerd en geïnterviewd.
Daarmee kwam de historie van het programma steeds beter en completer in beeld. Bedenker en producent René Stokvis hielp mij daar ook goed mee. Hij wist als een van de weinige nog veel van de beginperiode af.
Begin 2009 kreeg ik van een anonieme tipgever te horen dat het programma mogelijkerwijs zou gaan stoppen dat jaar Ik plaatste gelijk een “overlijdensadvertentie” op de website als oud deelnemer van het programma. De plaatsing veroorzaakte veel media aandacht. Het eerste media contact was er al om 07.30 uur met een radio interview op 538 met Edwin Evers. Ik was nog niet koud op het werk of ik ging weer terug. Televisieploegen van de NOS, SBS6 en RTV Utrecht kwamen langs. Net als journalisten van het AD en De Telegraaf. In de avond zat ik naast oud presentator Tom Blom als gast van Matthijs van Nieuwkerk in het programma “De wereld draait door”. Daar vertelde ik het verhaal achter de overlijdens advertentie. De TROS hanteerde een langdurige radiostilte. Uiteindelijk werd op de website de mededeling geplaatst dat er voor het programma dat jaar geen ruimte was in het uitzendschema.
In maart 2010 was ik samen met André Overeem als deelnemers van Te land, ter zee en in de lucht met een gast in het RTL programma Ik hou van Holland van presentatrice Linda de Mol. In dat programma werden UMC deelnamebeelden getoond van het onderdeel “Blij dat ik Glij” uit 2008 . Twee teams moesten antwoord geven op de vraag hoeveel verschillende spelonderdelen er tot dan toe geweest waren van het programma. In hetzelfde jaar besloot de TROS toch weer vier verschillende spelonderdelen op te nemen.
Een mogelijkheid door samenwerking met het Belgische commerciële tv station VTM. Elk spel werd opgeknipt in een aparte ochtend- en middag sessie. Hierdoor konden twee maal zoveel uitzendingen gemaakt worden. In België werden de uitzendingen enkele weken erna uitgezonden. De TROS zou dat pas een jaar later doen.
In febr. 2011 vertelde ik in het programma Helder van de NTR kijkers wat er allemaal bij kwam kijken als je wilde deelnemen aan een onderdeel als “Fiets’m d’r in”. In april werd in mijn woonplaats, ter gelegenheid van het openen en heropenen van de twee treinstations mijn bedachte look al like Te land, ter Zee en in de Lucht georganiseerd; Biets op je fiets. Tom Blom presenteerde het.
Enkele maanden later startte de TROS met opnemen voor een nieuwe serie “hoogtepunten”. In een ervan, werd een special met veelvuldig deelnemer Evert de Graaf. Daarin besprak ik met Ron Boszhard zes van mijn deelname creaties die daarna voorbij kwamen. Op 25 juni, bijna een jaar later, werd de eerste opname van 2010 uitgezonden en op zaterdagavond 13 augustus de achtste en laatste aflevering. Om 21.35 uur, was 38 jaar na het grootse succes van Vlieg er eens uit in Enkhuizen “Te land, ter Zee en in de Lucht” televisie historie. Vijf en twintig jaar achtereen had het UMC team daar met veel plezier aan deelgenomen.
Veel lees en kijkplezier toegewenst op In het UMC werd de fotocollage “25 jaar UMC deelname aan Te land, ter Zee en in de Lucht” in 2019 in ere hersteld. Veel foto’s en artikelen uit de periode 1987 tot en met 2010 daarmee weer bijeen gebracht. Het is vooral een ode aan al die leuke, handige, creatieve en vooral sportieve UMC deelnemers. Zij droegen, met hun gevoel voor saamhorigheid en deelnameplezier, 25 jaar onbewust bij aan het positieve imago dat het Ziekenhuis graag wilde uitstralen.
Het Te land, ter zee en in de lucht boek, is mede dankzij de enorme bijdrage van Kees Volkers tot stand gekomen. Hij adviseerde en begeleidde mij niet alleen al die jaren, hij redigeerde ook de meer dan vijftig verhalen. Eind 2015 was het boek in concept grotendeels af. Helaas bleek er geen enkele uitgever te vinden die bereid was het uit te geven. Bijna acht jaar lang onderzoek en een compleet uitgeschreven historie van het programma dreigde weg te zakken in het moeras van zinloze tijdsbesteding. Daar kwam gelukkig eind 2018 verandering in doortussenkomst van Johan Vlemmix. De meer dan 100voudig deelnemer, jurylid en starter wist wel een uitgever geïnteresseerd te krijgen. En dat lukte hem! Johan wist met zijn media contacten voor de boek presentatie veel te realiseren achter de schermen. Hij zorgde ook voor veel tam-tam in de media waardoor er brede publieke aandacht voor het boek was.
Anno nu is de website een groots eerbetoon aan het langstlopende televisie programma van de Nederlandse televisie. Een programma bedacht door René Stokvis. Hij wilde wat anders in het zomerseizoen laten zien dan louter herhalingen. Dat het programma drie generaties zou vermaken zou toenmalig TROS voorzitter Joop Landré in 1972 niet geloofd hebben. Die had wel oren naar het idee, maar vond het eigenlijk te vaag. Ik hoop dat met alle foto’s en overige informatie de herinneringen aan al die weergaloze “Te land ter zee en in de lucht” momenten nog jarenlang levend zal houden. Ik wil dan ook Eric Verbeek van VIPWEBDESIGN enorm bedanken. Hij heeft belangeloos de unieke website in 2006 gebouwd, het al die jaren geactualiseerd en onderhouden wat het tot een ongekend succes gemaakt heeft. Dat succes genereerde automatisch naamsbekendheid voor de UMC deelnemersgroep maar ook voor mij als deelnemer. De media wist ons in elk geval altijd bijzonder snel te vinden als daar aanleiding voor was. Ook veel dank verschuldigd aan het archief van Beeld&Geluid in Hilversum. Die maakte het mogelijk dat de tientallen unieke foto’s uit de beginjaren van het programma bij de verhalen geplaatst konden worden. Het droeg daarmee groots bij aan het complete beeld van het programma door de jaren heen. Tenslotte Johan Vlemmix. Wat ben ik blij en dankbaar dat hij kans zag om toch een uitgever te enthousiasmeren die tot uitgave overging. Zijn jarenlange aandeel bij het grootste spektakelprogramma op tv en in de verhalen van het boek, is nu vastgelegd en maakt deel uit van Hollandse tv geschiedenis dat zijn weergave niet kende.
Veel lees en kijkplezier toegewenst op de website.